De ijzige schoonheid van Patagonië
Door: Marco
Blijf op de hoogte en volg Marco
19 Januari 2016 | Chili, Punta Arenas
Puerto Varas
Van Pucon ben ik in 5 uur naar Puerto Varas gereisd, de plek waar de snelweg stopt naar het zuiden van Chili. Als je verder zuidelijk wilt reizen kan je met de bus door argentie of natuurlijk met het vliegtuig. De eerste dag hier zijn Yael en ik naar het Todos los Santos meer geweest. Een schitterend blauw meer met drie vulkanen er omheen. Eenmaal bij het meer aangekomen spraken we een vissersman aan die ons wel wilde rondvaren in zijn boot samen met vier andere toeristen. Spectualaire uitzichten waar ik misschien al een beetje mee verwend was. Bij terugkomst wilden we een hike van een aantal uur doen, maar die hebben we al na een kwartier gestopt. Waarom? Er waren wat vliegen die rond ons hoofd zoemden. Ja, je leest het goed. Laat me het even uitleggen voordat je denkt wat een lulletje is dat. Er zijn hier van die taaie vliegen die wat groter zijn dan hommels en met een verschrikkelijk geluid zoemen. Er vliegen er constant zo een 20 rond je hoofd en gaan op je huid zitten. Geloof me, je wordt er echt helemaal kierewiet en gestresst van en ik ben hier niet heen gekomen om naar de psychiater te gaan. Het is maar een maand in het jaar zo erg als dit, maar wel precies nu. We waren al een van de weinigen die ons hieraan waagden en toen snapten we waarom.
De volgende dag hebben we een auto gehuurd en zijn we rond om een ander meer gereden. Dit meer is zo groot dat het een hele dag duurt om er een rondje omheen te rijden. Een gozer van Chili adviseerde ons om dit te doen omdat dit echt de beste manier is om de natuur te verkennen hier. Nou, dat kan ik hierbij beamen, het zijn de mooiste wegen die ik ooit gereden heb. Honderden bochten waarnaast de meest kleurige bloemen staan en je elke keer weer een fantastisch uitzicht heb over dat belachelijk blauwe meer. Het voelt als de ultieme vrijheid om overal heen te kunnen gaan in een korte tijd. Ook zijn we nog de Osorno vulkaan opgereden tot aan de sneeuw. Toen ik weer naar beneden reedt en terug kwam op de hoofdweg rond het meer, zag ik een vader, moeder en kind van rond de twee jaar liften. Rond hun hoofden zoemden wel honderd van deze verschrikkelijke vliegen en ze stonden in de brandende zon te wachten. Die kan ik niet laten staan natuurlijk, dus pikte ik ze op en bracht ze naar een plek 40 km verder. Ze komen uit Chili en dus is het een goede manier om tijdens de rit me Spaans weer een beetje op te halen. Hierna parkeren we de auto en lopen we een half uur door de jungle naar een waterval. Onderweg spotten we al een hoop kleine watervalletjes langs de rivier maar het is niet te vergelijken met het pronkstok. Een waterval van 30 meter waarbij het water van een klif in een keer met een hoop kabaal en geweld op de grond valt. Het is hier heel groen vooral in de vorm van mos door de constante waterdamp. Nadat we onze voorbreidde pasta salade opgegeten hebben op een epische plek rond het meer en een aantal dorpjes hebben bezocht, keren we voldaan weer terug na een lange dag rijden.
De meren hier in zuid Chili zijn eigelijk ideaal om te kajakken en lekker tot rust te komen. Die kans lieten we ons niet ontgaan en dus huurden we een kajak. Het werd de meest mythische kajaktocht ooit. Vanaf het moment dat we los ons wegduwen van het zand en op het water dobberen, realiseer ik me dat dit niet zomaar een normale kajaktocht gaat worden. Dit water is zo ongelooflijk stil en er is geen zuchtje wind te bekennen. Er is geen enkel rimpeltje op het wateroppervlak te zien, het is een complete spiegel. Een spiegel tot in de oneindigheid, want doordat het water alles weerspiegelt is de complete horizon weggevallen. Als we na een uurtje peddelen om ons heen kijken is het de meest minimalistische ervaring die ik ooit gehad heb. Absolute stilte, het diepblauwe water en alleen wat groen land ver van ons vandaan. Ik durf het stille water eigenlijk niet eens te verstoren met me peddel. We meren aan bij een schiereiland van het meer waar niemand anders te vinden is. Dit deel van Chili lijkt nog wel een beetje onontdekt, maar het zo bizar mooi. Na een uurtje gaan we weer terug maar ineens is er een sterke wind en zijn er hoge golven op het meer. Het weer kan hier zomaar omslaan van het een op andere moment. Het net nog zo vredige meer is plotseling veranderd in een zee lijkt het wel. Het probleem is dat de golven van de zijkant komen en soms zo hoog zijn dat het water in de kayak terecht komt en we onstabiel heen en weer kantelen. Op een gegeven moment wordt het te erg als we een paar keer achter elkaar dreigen om te vallen. We hebben al onze waardevolle spullen bij ons en we zijn nog steeds ver verwijderd van het dichtstbijzijnde land. Daarnaast is het water afkomstig van de besneeuwde vulkanen die zich aan de rand van het meer bevinden en dus is het water ijskoud. We besluiten om te loodrecht met de golven mee te peddelen en dan wanneer we dicht bij de kust zijn en de kracht van de golven afneemt, zijwaarts te gaan naar de juiste plek. Dit werkte perfect en binnen drie kwartier kwamen we uitgeput aan bij het inleverpunt van de kayak. Helemaal zonder angsten was de tocht uiteindelijk dus niet, maar wel een avontuur.
Patagonie
Patagonie, het op de kaart meest laag gelegen puntje van Chili en Argentinië dat maar een kleine duizend kilometer van Antarctica verwijderd is, werd het hoogtepunt van mijn reis tot nu toe. We vlogen van Puerto Montt naar Punto Arenas en zijn daarna met de bus over de weg 'ruta fin del mundo' (route van het einde van de wereld) naar Puerto Varas gereisd. Aangekomen in dit dorp, is het eerste wat me opvalt hoe afgelegen dit dorp er uit ziet. De huizen zien er verlaten en lelijk uit en er is geen hond op straat te zien. Eh, ik bedoel eigenlijk dat ik meer zwerfhonden op straat zie dan mensen. Het park waar we in gaan hiken heet Torres del Paine. Geen pretpark of een park in de stad waar je lekker kan relaxen, maar een nationaal natuurpark waar de afstanden tussen de daarin gelegen campings soms vijf uur lopen zijn, waar de inmiddels bekende afgronden langs de paden te vinden zijn, waarin je kan verdwalen als je niet goed op de bordjes let en waarin soms zelfs mensen overlijden doordat ze zichzelf overschatten en de natuur onderschatten. We lopen in vijf dagen de 'W' track maar het park is zo groot dat je er makkelijk twaalf dagen in kan rondwandelen. Slechts op een paar plekken is er wat standaard eten te koop maar dit is onbetaalbaar en dus ligt het voor de hand om al het eten zelf mee te nemen. In Puerto Montt hebben we dus al het eten gekocht en meegenomen in het vliegtuig naar dit afgelegen deel. Je wilt natuurlijk zoveel mogelijk meenemen omdat je veel verbrandt, maar dat is niet mogelijk qua gewicht. Gelukkig hebben ze poeders uitgevonden. Aardappelpuree poeder, spaghetti met tomatensaus gemaakt van poeder, soep van poeder en muesli met melk gemaakt van, je raadt het al: melkpoeder. Zet de uitvinder van de poeder maar op een voetstuk. Daarnaast hebben we slaapzakken, matje, een tent, pannen en een kookpitje gehuurd en dat dragen we allemaal op onze rug mee. Correctie: draag ik op me rug mee als een echte gentleman. We worden met de bus afgezet in het park en gaan verder met de catamaran over een meer dat het meest turquoise is dat ik ooit heb gezien. Ja, ik weet gelijk al niet wat ik mee maak zo mooi is de natuur hier, maar het is slechts een voorbode van wat gaat komen. Hierna kan de tocht waar ik zo lang naar uitgekeken, gefantaseerd en gedagdroomd heb, gaan beginnen.
Het lopen met de Backpack van 14 kilo op me rug valt me in het begin nog niet mee. Omdat we nogal enthousiast waren om te beginnen, zijn we gelijk begonnen zonder lunch en dachten dat we onderweg wel wat konden eten. Het was echter pas na vier uur lopen mogelijk om te lunchen en daarom zijn een hoop dingen die bestemd waren als tussendoortje even omgedoopt tot lunch. Ik bevind me dan wel in een sprookjeslandschap, maar de spierpijn in me benen en me reet die ik al na een uur heb, voelt toch wel als realiteit. Sommige stukken gaan steil omhoog of omlaag en bestaan uit grote losse stenen dus dan is het nog een kunst om dat zonder verzwikte enkels voor elkaar te krijgen. Het uitzicht is echter keer op keer zo onbeschrijflijk mooi, dat ik het gewicht op me rug vergeet. Het voelt als een voorrecht om dit meest afgelegen en onaangeraakte stukje pure natuur te mogen aanschouwen. Zo is er een meer met brokken ijs die diepblauwe kleuren vertonen en afkomstig zijn van de tientallen meters hoge ijsrand van de gletsjer. Als ik echter na 12 km aankom bij de camping en ik me backpack neerplof op de grond, lijkt het alsof ik vederlicht ben en zwevend naar de wc loop. Het is rond zeven uur en we zetten onze tent op en koken tussen door. Doordat het windstil en zonnig is kan ik dat heerlijk in me blote bassie doen terwijl op de achtergrond de besneeuwde bergen het uitzicht sieren. Het is hier wel 18 uur per dag licht, van 5:30 uur smorgens tot 23:30 uur savonds. Hoe mooi het weer in de avond was, precies zo slecht, of nog wat slechter, was het snachts. Midden in de nacht worden we wakker gemaakt door regen en een sterke wind die de tent gevaarlijk hard heen en weer schudt. Ja, het weer kan hier zomaar omslaan heb ik al vaak moeten horen van de locals. Maar dat betekent ook, dat het nu zomaar weer beter kan worden. Nou, zo werkt dat dan weer niet, want de hele dag bleef het regenen.
De tweede dag lopen we een stukje verder om de gletsjer van dichtbij te kunnen zien, waarna we terug lopen naar waar we begonnen waren en onze tent weer opzetten. Dit keer kamperen we naast dat belachelijk blauwe meer dat rechtstreeks gevormd wordt door de talloze kleine beekjes die vanaf de besneeuwde bergtoppen komen. Die nacht is het aan de koude kant, ik slaap met me thermokleding aan in me slaapzak maar steeds wordt ik rillend wakker van de kou. Het is trouwens mogelijk om het water direct uit deze beekjes te drinken en het is het lekkerste en schoonste water dat ik ooit gedronken heb. Schoner dan in Nederland en het bevat zoveel mineralen dat je er echt fit van wordt. Dit scheelt een hoop in gewicht, want ik draag altijd maar maximaal een liter water bij me, ik kan het immers overal bijvullen. Ik snap trouwens wel waarom mensen vroeger de bergen als goden beschouwden, ze zien er zo mysterieus en machtig uit. In vergelijking met een berg ben je niks. Wil je naar de andere kant van een berg lopen, dan ben je een hele dag bezig. Er zijn hier veel meren en ze hebben allemaal een iets andere kleur. Van turquoise tot donkerblauw, grijsblauw en zwart. De derde dag hebben we een extra stukje gedaan rond het meer waarna we terug zijn gelopen en de 'W' track hebben vervolgd. Er is zo een harde wind vandaag dat we af en toe zowat omver geblazen worden met backpack en al. Vooral op sommige open plekken is het zeer onvoorspelbaar. De bomen die we hier om ons heen zien zijn helemaal gevormd naar de sterke wind. We komen onderweg iemand tegen die in een hotel slaapt en op het punt staat om weg te gaan. Hij geeft ons een hele tas vol olijven met kaas. Hongerigen uitgeput als we waren, voelde dit als een geschenk uit de hemel en hebben we deze gelijk even baas gemaakt. Na 3,5 uur bereiken we de camping, zetten de tent op en eten als lunch rijst met peen. Elke keer als ik me zo uitgehongerd voel en de meest simpele maaltijd eindelijk klaar is, ben ik zielsgelukkig en proeft het beter dan een vijfsterren maaltijd. Doordat we zoveel energie verbranden eten we wel twee keer zoveel als normaal en hebben we desondanks nooit echt het gevoel dat we vol zitten. Ik zou graag een klomp boter opeten of een pan frituurvet willen atten maar het enige dat we kunnen eten is zetmeel achtige producten. We laten onze tassen in de tent en nemen alleen wat water, koekjes en de camera mee voor een wandeling van 3 uur heen en 2 uur terug. Het is een klim van 750 m waarbij we onderweg aankomen bij de 'Valle la France', een vallei met tientallen meters dik sneeuw. Er is zelfs een stuk dat je van de zijkant kan zien waar zeker wel 50 meter dik sneeuw ligt. Als we door de naastgelegen bossen lopen horen we ineens het geluid van donder. Het blijkt een lawine te zijn en tot mijn grote verbazing zie ik hoe een ongelooflijke hoeveelheid aan sneeuw langs een stijle klif naar beneden dendert. Het lijkt of de sneeuw heel langzaam naar beneden valt, maar in feite is het zo een grot pak sneeuw en afstand dat het valt, dat dit de enige manier is om iets van schaal in te schatten. Even later wordt het pad waar we op lopen steeds minder duidelijk en realiseren we ons dat we al een tijdje geen mensen meer hebben gezien, net zoals een bordje dat aangeeft waar we heen moeten. We komen aan bij een schuine zanderige helling in het bos en het is totaal niet meer duidelijk waar het pad heen leidt. Er staan wel wat voetstappen in het zand dus besluiten we deze te volgen. Dit leidt tot niks en doordat het een open vlakte is met meerdere paden wisten we even later niet meer waar we vandaan kwamen. Verdwaald is misschien een groot woord, maar helemaal relaxt was het niet. We vonden de weg terug en na een half uur kwamen we aan bij het punt waar we verkeerd liepen. Het grappige was dat er een groot kruis gemaakt was van twee boomstammen en dit was het teken om niet meer verder te lopen maar linksaf te gaan. Je kon het eigenlijk niet missen, maar we keken alleen naar de normale kleine bordjes en dus hadden we dit over het hoofd gezien. Nadat deze twee fanatieke hikers dus hun extra rondje erop hadden zitten vervolgde de klim en kwamen we uiteindelijk uit bij een schitterend uitkijkpunt waar we 360 graden om ons heen de besneeuwde bergtoppen konden zien. Toen we ons eindelijk met enige moeite konden realiseren dat we ons in het midden van Patagonie in een van de mooiste natuurgebieden te wereld bevonden, zijn we terug gelopen naar de camping. De lange dag wandelen zit erop, en we gaan vroeg naar bed want morgen is de zwaarste en langste dag.
De vierde dag lopen we namelijk 25 km in 10 uur met onze backpacks op. Het pad bestaat voornamelijk uit heuvels en bergachtige gedeelten dus loop je maar 2,5 km per uur gemiddeld. Sommige uitzichten vervelen echter nooit, zoals het weer zo mooie blauwe meer waarlangs een groot deel van deze tocht gaat. Als ik van het uitzicht sta te genieten vliegt er precies een condor voor me langs die een spanwijdte heeft van rond de twee meter. Deze toevallige gebeurtenis werd nog toevalliger precies op foto vastgelegd door Yael. Condors zijn meester in het efficiënt vliegen. Ze wapperen hun grote vleugels namelijk maar nauwelijks en gebruiken vooral de thermiek om zich te verplaatsen. Na 9 uur wandelen zit er echt helemaal niks meer van energie in mijn lijf en komen we gelukkig aan bij een camping waar we ons avondeten naar binnen werken, maar we zijn er nog niet. We zaten in voedselcrisis omdat we meer aten dan verwacht, maar gelukkig laten mensen soms wat eten achter op de camping als ze het niet meer gebruiken. Hierbij bedank ik dus de onbekende sponsor van de rijst, zonder jou hadden we het niet gered. Het laatste uur strompelen we met volgelopen benen maar wat nieuwe energie naar de camping waar we overnachten. De volgende dag hebben we de zwaarste maar korte klim van een uur, naar toch wel het hoogtepunt van het hele gebied: de Torres. Het zijn drie steile bergen naast elkaar in combinatie met sneeuw, een blauw meer en vaak omvangen met wolken. Gek genoeg zijn mijn benen hersteld en loop ik als een berggeit omhoog, waarna het uitzicht zich onverwachts opent om de hoek van een berg grote stenen. Helaas is het enige dat er nu te zien is een meer met dikke laaghangende bewolking. Nadat we een kwartier te hebben gewacht komen ineens de mysterieuze steile bergen tevoorschijn en is dit inderdaad het meest indrukwekkende stukje natuur dat ik ooit heb mogen aanschouwen. Het is zo adembenemend mooi, dat je je afvraagt of je niet gewoon naar de wallpaper achtergrond van je Windows laptop in je duffe kamertje aan het staren bent. We lopen in vlot tempo terug, vrolijk dalend van 900 meter met onze lichte backpacks, terwijl we het grote gros aan mensen zien ploeteren met de klim en hun zware backpacks. Heerlijk, das misschien nog wel mooier om te zien dan de natuur. Die avond hebben we heerlijk zalm gegeten met daarnaast het lekkerste bier dat hier direct van het pure water uit Patagonie gebrouwen wordt: Austral lager. Als ik ooit nog is besluit om alcoholist te worden, dan is het waarschijnlijk van dit bier. Maar voorlopig nog niet, want ik ga eerst het zuiden van Argentinië verkennen, en das ook actief zat. Groeten aan het thuisfront vanuit een van de meest afgelegen gebieden ter wereld. Aju
Marcos
-
24 Januari 2016 - 21:42
Harry En Tiny Van Der Arend:
Marko, heel bijzonder zoals jij je belevenissen en avonturen beschrijft. Als we het lezen lijkt het alsof we zelf meebeleven. Grandioos. Nog veel plezier en groetjes,ook aan je reisgenote. Geniet ervan.Harry en Tiny.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley