Een ochtendmens kan je niet worden
Door: Marco
Blijf op de hoogte en volg Marco
08 Juni 2019 | Indonesië, Jogjakarta
Al maanden kijk ik uit naar de vakantie in het land met de rijke cultuurhistorie, lekker eten, vulkanen, rijstvelden en mooie stranden: indonesie. De vlucht naar Jakarta was lekker rustig en dus lag iedereen languit te slapen op 3 stoelen. We zijn toen uitgerust doorgevlogen naar Yogyakarta, vaak Jogja genoemd. Er zijn van die kleine lijnbussen waar bij elke halte iemand staat die je erin begleidt, en iemand in de bus staat die hetzelfde doet. Beide hebben ze een notitieblok waarop ze bijhouden hoeveel er in- en uitstappen. Goed voor de werkgelegenheid. Na een keer overstappen en anderhalf uur foute indonesische muziek aangehoord te hebben, komen we aan in een heel gezellig hostel. Een mooie binnentuin met veel groen, een zwembad en leuke mensen. Er is een nederlandse eigenaar die getrouwd is met een indonische dame en hier al 17 jaar woont. Fantastisch om zijn verhaal aan te horen hoe hij met veel moeite en plezier alles heeft opgebouwd, en hoe hij als nuchture Leeuwardenaar vloeiend de taal spreekt met zijn personeel. Hij ziet eruit als een 40 jarige backpacker, maar is al 57. Het bewijs dat een gelukkig leven je jong houdt denk ik.
De volgende dag huren we een scooter en bezoeken een aantal tempels in de stad. Het verkeer is hier zo gigantisch druk en chaotisch, echt absurd. Ook rijden ze hier links. Ineens zit je dus op een scooter tussen talloze andere die je links en rechts voorbij schieten, terwijl ik de onduidelijke verkeerssituaties hier probeer te begrijpen, de scooter te besturen en de gaten in de weg aan het ontwijken ben. Na een kwartiertje had ik het allemaal wel onder contole en kon ik een beetje mijn territorium afbakenen en ongeveer in dezelfde snelheid meerijden, want dat lijkt het meest veilig te zijn. Het simpele scootertje gaat met gemak 70km/uur, harder ga ik maar niet. Voor het stoplicht sta je meestal met zo’n vijftig tot honderd anderen gezellig jouw aandeel uitlaatgassen in te ademen. Echt geluk heb je natuurlijk als je achter een vrachtwagen staat. Als het peloton dan optrekt, is het een kwestie van je plekje zoeken en behouden. Het zit allemaal zo dicht op elkaar, ongelooflijk. Toch lijkt het allemaal redelijk goed te gaan. Ik zie nog een klein kind achterop de scooter met haar moeder, angstig haar teddybeer vasthouden. Misschien is het toch niet zo veilig als het lijkt. Snelwegen kennen zie hier niet. Langs de weg staan overal kleine winkeltjes en andere tentjes, waardoor er overal een wirwar is van invoegend verkeer en het de hele boel ophoudt.
Bij het bezoeken van een tempel en een paleis, gebeurt er eigenlijk twee keer hetzelfde: een gids spreekt ons aan en uit beleefdheid loop je dan mee. Voordat je het weet sta je weer een ellendig lang verhaal aan te horen, zo eentje waar je niet tussen komt, maar zo soms een knikje geeft, kortom: waar een johova getuige nog wat van kan leren. Uiteindelijk ben je dan bijna alles weer vergeten en geef je hem nog een fooitje ook. Het zijn wel allemaal hele aardige mensen waarvan de meeste niet op je geld uit zijn maar blij zijn met wat ze hebben en alleen maar willen dat je met een goed gevoel weggaat. Wel bijzonder is dat ze hier een koffie hebben die wordt gemaakt uit de poepresten van een katachtig dier. Het dier eet de bessen van de koffiebonen op, maar verteert de bonen niet. De uitwerpselen worden opgeraapt en daarvan wordt koffie gemaakt. Wel interessant dat je vaak nog overblijfselen ziet van de nederlandse kolonisatie. Zo zijn er op de kolommen van het palijs geschilderde tulpen te zien en zijn er nog zo’n 7000 nederlandse woorden, zoals handoek, asbak, wastafel en natuurlijk: gratis! Een euro is hier trouwens ongeveer 16.000 rupiah. Het grootste briefje is 100.000, en is dus maar 6,25 euro waard. Vaak krijg je alleen maar 50.000 briefjes uit het pinautomaat. Gevolg: Je portemonee puilt uit en je voelt je miljonair. Uiteraard is het allemaal weer belachelijk goedkoop: een liter benzine: 6500, maaltijd: 30000, scooter huur per dag: 70.000.
Het is nu ramadan en elke nacht rond 3 uur (!) klinkt er een gebed door de speakers uit alle moskees dat door heel de stad te horen is. Het klinkt alsof deze arme speakertjes zo hard staan dat ze elk moment kunnen opblazen. Zelfs met oordoppen in zit je rechtop in bed. Het is om de mensen wakker te maken om op tijd te eten voor de zon opkomt. Dan klinkt het nog een keer om 5 uur smorgens, 7 uur, 12 uur en zo gaat het eigelijk de hele dag door. De locals zeggen dat ze er aan gewend zijn en dat ze er gewoon doorheen slapen. Wat heeft het dan nog voor nut? Overdag zie je op straat veel mannen die in hun rijkelijk versierde riksja’s liggen te pitten, te wachten op de avond dat ze weer mogen eten en drinken. En de boven de trottoirs steken de luifels uit die zo belachelijk hangen. Ondanks dat ik met een permanente bochel over straat loop, stoot ik alsnog me hesses. Dat krijg je als je zoveel op heen aan het kijken bent.
Boroburdur tempel
De volgende morgen gaat de normale wekker en uiteraard ook de ‘gebedswekker’ om 3 uur snachts, en rijden we met de scooter in anderhalf uur zo’n 45 km naar de Borodurum tempel. De medewerker van het hostel is speciaal voor ons wakker en heeft voor ons een meeneem ontbijt gemaakt. Een behoorlijk avontuur om de weg te vinden in het donker. Ik reed nog volgas in een gat omdat ik het gewoon niet kon zien door de slechte verlichting. Bij aankomst krijgen we een zaklampje en lopen de trappen van de wereldberoemde tempel op. Langzaam verschijnt de zon tussen de twee vulkanen aan de horizon en licht het de mist tussen de bomen op. Een magisch gezicht vanuit de eeuwenoude tempel met het silouet van het bouddha beeld op de voorgrond. Zeer indrukwekkend om te zien hoeveel detail er in de stenen gegraveerd is en om de rustgevende, religueze sfeer te ervaren. We rijden een andere route terug door de rijstvelden en komen na totaal 3,5 uur rijden weer aan in het hostel met een gigantische houten reet.
Bromo hike
Een trein brengt ons van Jogja naar Probolingo. Na 8 uur door een vies raampje gestaard te hebben, komen we op de bestemming aan en brengt een busje ons binnen 1,5 uur bergopwaards in de buurt van de Bromo vulkaan. Het is een minibus waarbij de achterin zitten en heerlijk achter de wielas stuiterend de berg opgaan en tegelijkertijd de sterrenhemel steeds helderder zien worden. Er hangt en brandstoflucht en is geen ventilatie in het busje. Dat, in combinatie met het tempo waarop de chauffeur rijdt, zorgt ervoor dat op gegeven moment iemand gaat hyperventileren en de bus even een kwartiertje moet stoppen. Als we aankomen bestellen we nog wat eten gaan gelijk pitten want de volgende morgen gaat de wekker om 3 uur en begint de hike naar de Bromo vulkaan.
We lopen volledig in het donker over een weg die begint met asvalt, later verandert in onverhard en uiteindelijk beklimmen we een pad door het bos dat bestaat gladde grond met stenen. De sterrenhemel is zo ongelooflijk helder op de hoogte, dat we de hele melkweg kunnen zien. Bij aankomst op de top hebben we dan wel weer de klassieke tegenvaller: via de andere kant van de berg is er een weg waarop talloze busjes met toeristen omhoog zijn gereden. De zonsopkomst is echter weer zo belachelijk mooi. Doordat je boven de wolken staat zie je een soort mysterieus schouwspel. Terwijl de zon geleidelijk opkomt verdwijnt het wolkendek. Het gele licht laat de mist die voor de vulkaan hangt verdwijnen en wat overblijft is de rookpluim die uit de actieve vulkaan Bromo komt.
Igen hike
Met een busje rijden we in 7 uur naar de volgende vulkaan: Igen. Deze staat bekend om een krater die gevuld is met zeer blauw, giftig water. Dicht bij de krater groeit zwavel. De locals hakken de zwavelblokken uit en dragen die naar boven uit de krater. Daarna gaat het spul met karren naar beneden. Dat duurt zo’n twee uur. Ze dragen soms wel tot 80 kilo mee. Ze krijgen 400-700 rupiah per kilo, dat is 25 tot 43 eurocent. De zwavel wordt grotendeels gebruikt voor het maken van medicijnen. De levensverwachting voor de werkers is maar 40 jaar, doordat de zwavelgassen zeer giftig zijn. Deze werkers worden gezien als helden, omdat zij hun leven opofferen om medicijnen te maken. Een werker die net uit de krater kwam gaf mij een klein stukje zwavel om als souvenir mee te nemen. Deze arme man kon al bijna niet meer praten doordat hij heel zijn leven dat gas heeft ingeademd. Met grote moeite zegt hij nog iets dat lijkt op ‘thank you’, als ik hem wat geld geef. Wij rijke toeristen lopen hier met een gasmasker en gaan niet helemaal naar beneden de krater in. De aanschaf en het regelmatig vervangen van de filters in de gasmaskers is te duur voor hen. Voor deze hike moesten we trouwens om 1 uur ‘s nachts opstaan. Om half 3 startten we en rond 5 uur wachtten we op de zonsopkomst. We zijn ongeveer 480 meter geklommen onder weer die heldere sterrenhemel die nooit verveelt. Terwijl het nog pikkedonker is maak ik een foto met een sluitertijd van 30 seconden, waarop ik zie dat we over het bekende blauwe meer uitkijken in de krater. Dit kon ik met het blote oog nog niet zien. Bij zonsopkomst zien we pas echt hoe mooi het is. Na deze indrukwekkende dingen te hebben meegemaakt, zijn we toe aan wat meer relaxen, en dat doen we op Bali. Want het is wel leuk al die zonsopkomst wandelingen, maar zo kom ik niet van me jetleg af.
Met de veerpond zit je binnen een half uur op Bali. We beginnen in Lovina, daarna reizen we door naar Ubud en Canggu.
Waar het geloof in Java voornamelijk islam is, is dat in Bali het hindoeisme. Dit zie je overal in terug op straat. Voor elke entree liggen wat bloemetjes op de grond. Elke morgen worden deze neergelegd met een serie handbewegingen om de god te groeten. Mensen gooien er vanalles bij dat ze kunnen missen, zoals rijst en sigaretten. Ook op het dashboard van de auto en op de bumper, ook van scooters, zijn deze zorgvuldig geplaatste bloemetjes te zien. In de auto is het vooral bedoeld voor geluk en bescherming. In de taxirit van Ubud naar Canggu hebben we een kleine aanrijding met een scooter. De chauffeur vertelt dat hij vandaag al drie aanrijdingen heeft gehad. Ik maak de gewaagde grap dat hij misschien wat meer bloemetjes op zijn dashboard had moeten leggen. Gelukkig kan hij hier goed om lachen. Hij vertelt dat het echt iedereen hier gelovig is en dat het de basis vormt van het leven. Ik denk dat het ook hierdoor zo veilig is en dat er zo goed als geen criminaliteit is hier. Als ik bijvoorbeeld zie hoe de pinautomaten worden bijgevuld, is dat gewoon op ieders gemak, wel met een politieagent ernaast, open en bloot op straat. Ik zie zo duizenden biljetten staan, maar niemand die het in zijn hoofd haalt om het te stelen. Hij lacht en ik mag er nog een foto van maken ook.
Verder valt op de hier overal tempels staan, van klein tot groot en van simpel tot rijk gedecoreerd. Het blijkt dat ze vaak ik voortuinen staan van rijke families. Hoe meer geld je hebt, hoe groter de tempel en hoe rijker gedecoreerd met goud en kleuren. Ze kunnen gemaakt zijn van steen of hout met dakjes van riet of pannen. Er zijn bedrijfjes waar de tempels in onderdelen gemaakt worden, waarna ze op locatie worden geassembleerd. Je ziet daar dat de stenen en het hout met de hand gebeiteld worden. De taxichauffeur heeft ook een klein tempeltje waar hij drie keer per dag en gebedje doet. Ook voor elke maaltijd doet hij dat. Deze mooie verhalen over de Balinese cultuur doet me realiseren dat ik dit echt nog het leukste vind van reizen; het begrijpen van de manier van leven en het praten met de locals. Wanneer je een goed engels sprekende taxichauffeur hebt, is het de ideale kans om te leren over de cultuur.
Terima kasih (bedankt) en selamat tinggal (tot ziens)
De volgende dag huren we een scooter en bezoeken een aantal tempels in de stad. Het verkeer is hier zo gigantisch druk en chaotisch, echt absurd. Ook rijden ze hier links. Ineens zit je dus op een scooter tussen talloze andere die je links en rechts voorbij schieten, terwijl ik de onduidelijke verkeerssituaties hier probeer te begrijpen, de scooter te besturen en de gaten in de weg aan het ontwijken ben. Na een kwartiertje had ik het allemaal wel onder contole en kon ik een beetje mijn territorium afbakenen en ongeveer in dezelfde snelheid meerijden, want dat lijkt het meest veilig te zijn. Het simpele scootertje gaat met gemak 70km/uur, harder ga ik maar niet. Voor het stoplicht sta je meestal met zo’n vijftig tot honderd anderen gezellig jouw aandeel uitlaatgassen in te ademen. Echt geluk heb je natuurlijk als je achter een vrachtwagen staat. Als het peloton dan optrekt, is het een kwestie van je plekje zoeken en behouden. Het zit allemaal zo dicht op elkaar, ongelooflijk. Toch lijkt het allemaal redelijk goed te gaan. Ik zie nog een klein kind achterop de scooter met haar moeder, angstig haar teddybeer vasthouden. Misschien is het toch niet zo veilig als het lijkt. Snelwegen kennen zie hier niet. Langs de weg staan overal kleine winkeltjes en andere tentjes, waardoor er overal een wirwar is van invoegend verkeer en het de hele boel ophoudt.
Bij het bezoeken van een tempel en een paleis, gebeurt er eigenlijk twee keer hetzelfde: een gids spreekt ons aan en uit beleefdheid loop je dan mee. Voordat je het weet sta je weer een ellendig lang verhaal aan te horen, zo eentje waar je niet tussen komt, maar zo soms een knikje geeft, kortom: waar een johova getuige nog wat van kan leren. Uiteindelijk ben je dan bijna alles weer vergeten en geef je hem nog een fooitje ook. Het zijn wel allemaal hele aardige mensen waarvan de meeste niet op je geld uit zijn maar blij zijn met wat ze hebben en alleen maar willen dat je met een goed gevoel weggaat. Wel bijzonder is dat ze hier een koffie hebben die wordt gemaakt uit de poepresten van een katachtig dier. Het dier eet de bessen van de koffiebonen op, maar verteert de bonen niet. De uitwerpselen worden opgeraapt en daarvan wordt koffie gemaakt. Wel interessant dat je vaak nog overblijfselen ziet van de nederlandse kolonisatie. Zo zijn er op de kolommen van het palijs geschilderde tulpen te zien en zijn er nog zo’n 7000 nederlandse woorden, zoals handoek, asbak, wastafel en natuurlijk: gratis! Een euro is hier trouwens ongeveer 16.000 rupiah. Het grootste briefje is 100.000, en is dus maar 6,25 euro waard. Vaak krijg je alleen maar 50.000 briefjes uit het pinautomaat. Gevolg: Je portemonee puilt uit en je voelt je miljonair. Uiteraard is het allemaal weer belachelijk goedkoop: een liter benzine: 6500, maaltijd: 30000, scooter huur per dag: 70.000.
Het is nu ramadan en elke nacht rond 3 uur (!) klinkt er een gebed door de speakers uit alle moskees dat door heel de stad te horen is. Het klinkt alsof deze arme speakertjes zo hard staan dat ze elk moment kunnen opblazen. Zelfs met oordoppen in zit je rechtop in bed. Het is om de mensen wakker te maken om op tijd te eten voor de zon opkomt. Dan klinkt het nog een keer om 5 uur smorgens, 7 uur, 12 uur en zo gaat het eigelijk de hele dag door. De locals zeggen dat ze er aan gewend zijn en dat ze er gewoon doorheen slapen. Wat heeft het dan nog voor nut? Overdag zie je op straat veel mannen die in hun rijkelijk versierde riksja’s liggen te pitten, te wachten op de avond dat ze weer mogen eten en drinken. En de boven de trottoirs steken de luifels uit die zo belachelijk hangen. Ondanks dat ik met een permanente bochel over straat loop, stoot ik alsnog me hesses. Dat krijg je als je zoveel op heen aan het kijken bent.
Boroburdur tempel
De volgende morgen gaat de normale wekker en uiteraard ook de ‘gebedswekker’ om 3 uur snachts, en rijden we met de scooter in anderhalf uur zo’n 45 km naar de Borodurum tempel. De medewerker van het hostel is speciaal voor ons wakker en heeft voor ons een meeneem ontbijt gemaakt. Een behoorlijk avontuur om de weg te vinden in het donker. Ik reed nog volgas in een gat omdat ik het gewoon niet kon zien door de slechte verlichting. Bij aankomst krijgen we een zaklampje en lopen de trappen van de wereldberoemde tempel op. Langzaam verschijnt de zon tussen de twee vulkanen aan de horizon en licht het de mist tussen de bomen op. Een magisch gezicht vanuit de eeuwenoude tempel met het silouet van het bouddha beeld op de voorgrond. Zeer indrukwekkend om te zien hoeveel detail er in de stenen gegraveerd is en om de rustgevende, religueze sfeer te ervaren. We rijden een andere route terug door de rijstvelden en komen na totaal 3,5 uur rijden weer aan in het hostel met een gigantische houten reet.
Bromo hike
Een trein brengt ons van Jogja naar Probolingo. Na 8 uur door een vies raampje gestaard te hebben, komen we op de bestemming aan en brengt een busje ons binnen 1,5 uur bergopwaards in de buurt van de Bromo vulkaan. Het is een minibus waarbij de achterin zitten en heerlijk achter de wielas stuiterend de berg opgaan en tegelijkertijd de sterrenhemel steeds helderder zien worden. Er hangt en brandstoflucht en is geen ventilatie in het busje. Dat, in combinatie met het tempo waarop de chauffeur rijdt, zorgt ervoor dat op gegeven moment iemand gaat hyperventileren en de bus even een kwartiertje moet stoppen. Als we aankomen bestellen we nog wat eten gaan gelijk pitten want de volgende morgen gaat de wekker om 3 uur en begint de hike naar de Bromo vulkaan.
We lopen volledig in het donker over een weg die begint met asvalt, later verandert in onverhard en uiteindelijk beklimmen we een pad door het bos dat bestaat gladde grond met stenen. De sterrenhemel is zo ongelooflijk helder op de hoogte, dat we de hele melkweg kunnen zien. Bij aankomst op de top hebben we dan wel weer de klassieke tegenvaller: via de andere kant van de berg is er een weg waarop talloze busjes met toeristen omhoog zijn gereden. De zonsopkomst is echter weer zo belachelijk mooi. Doordat je boven de wolken staat zie je een soort mysterieus schouwspel. Terwijl de zon geleidelijk opkomt verdwijnt het wolkendek. Het gele licht laat de mist die voor de vulkaan hangt verdwijnen en wat overblijft is de rookpluim die uit de actieve vulkaan Bromo komt.
Igen hike
Met een busje rijden we in 7 uur naar de volgende vulkaan: Igen. Deze staat bekend om een krater die gevuld is met zeer blauw, giftig water. Dicht bij de krater groeit zwavel. De locals hakken de zwavelblokken uit en dragen die naar boven uit de krater. Daarna gaat het spul met karren naar beneden. Dat duurt zo’n twee uur. Ze dragen soms wel tot 80 kilo mee. Ze krijgen 400-700 rupiah per kilo, dat is 25 tot 43 eurocent. De zwavel wordt grotendeels gebruikt voor het maken van medicijnen. De levensverwachting voor de werkers is maar 40 jaar, doordat de zwavelgassen zeer giftig zijn. Deze werkers worden gezien als helden, omdat zij hun leven opofferen om medicijnen te maken. Een werker die net uit de krater kwam gaf mij een klein stukje zwavel om als souvenir mee te nemen. Deze arme man kon al bijna niet meer praten doordat hij heel zijn leven dat gas heeft ingeademd. Met grote moeite zegt hij nog iets dat lijkt op ‘thank you’, als ik hem wat geld geef. Wij rijke toeristen lopen hier met een gasmasker en gaan niet helemaal naar beneden de krater in. De aanschaf en het regelmatig vervangen van de filters in de gasmaskers is te duur voor hen. Voor deze hike moesten we trouwens om 1 uur ‘s nachts opstaan. Om half 3 startten we en rond 5 uur wachtten we op de zonsopkomst. We zijn ongeveer 480 meter geklommen onder weer die heldere sterrenhemel die nooit verveelt. Terwijl het nog pikkedonker is maak ik een foto met een sluitertijd van 30 seconden, waarop ik zie dat we over het bekende blauwe meer uitkijken in de krater. Dit kon ik met het blote oog nog niet zien. Bij zonsopkomst zien we pas echt hoe mooi het is. Na deze indrukwekkende dingen te hebben meegemaakt, zijn we toe aan wat meer relaxen, en dat doen we op Bali. Want het is wel leuk al die zonsopkomst wandelingen, maar zo kom ik niet van me jetleg af.
Met de veerpond zit je binnen een half uur op Bali. We beginnen in Lovina, daarna reizen we door naar Ubud en Canggu.
Waar het geloof in Java voornamelijk islam is, is dat in Bali het hindoeisme. Dit zie je overal in terug op straat. Voor elke entree liggen wat bloemetjes op de grond. Elke morgen worden deze neergelegd met een serie handbewegingen om de god te groeten. Mensen gooien er vanalles bij dat ze kunnen missen, zoals rijst en sigaretten. Ook op het dashboard van de auto en op de bumper, ook van scooters, zijn deze zorgvuldig geplaatste bloemetjes te zien. In de auto is het vooral bedoeld voor geluk en bescherming. In de taxirit van Ubud naar Canggu hebben we een kleine aanrijding met een scooter. De chauffeur vertelt dat hij vandaag al drie aanrijdingen heeft gehad. Ik maak de gewaagde grap dat hij misschien wat meer bloemetjes op zijn dashboard had moeten leggen. Gelukkig kan hij hier goed om lachen. Hij vertelt dat het echt iedereen hier gelovig is en dat het de basis vormt van het leven. Ik denk dat het ook hierdoor zo veilig is en dat er zo goed als geen criminaliteit is hier. Als ik bijvoorbeeld zie hoe de pinautomaten worden bijgevuld, is dat gewoon op ieders gemak, wel met een politieagent ernaast, open en bloot op straat. Ik zie zo duizenden biljetten staan, maar niemand die het in zijn hoofd haalt om het te stelen. Hij lacht en ik mag er nog een foto van maken ook.
Verder valt op de hier overal tempels staan, van klein tot groot en van simpel tot rijk gedecoreerd. Het blijkt dat ze vaak ik voortuinen staan van rijke families. Hoe meer geld je hebt, hoe groter de tempel en hoe rijker gedecoreerd met goud en kleuren. Ze kunnen gemaakt zijn van steen of hout met dakjes van riet of pannen. Er zijn bedrijfjes waar de tempels in onderdelen gemaakt worden, waarna ze op locatie worden geassembleerd. Je ziet daar dat de stenen en het hout met de hand gebeiteld worden. De taxichauffeur heeft ook een klein tempeltje waar hij drie keer per dag en gebedje doet. Ook voor elke maaltijd doet hij dat. Deze mooie verhalen over de Balinese cultuur doet me realiseren dat ik dit echt nog het leukste vind van reizen; het begrijpen van de manier van leven en het praten met de locals. Wanneer je een goed engels sprekende taxichauffeur hebt, is het de ideale kans om te leren over de cultuur.
Terima kasih (bedankt) en selamat tinggal (tot ziens)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley