Als een kind zo blij
Blijf op de hoogte en volg Marco
12 Maart 2016 | Colombia, Uribia
Afgelopen week heb ik op het meest afgelegen gedeelte van Colombia doorgebracht. Er waren zoveel indrukken dat ik maar gelijk weer een reisverslag geschreven heb.
Na San Gil pakken we de bus naar Riohache, het plaatsje dat aan de noordelijke kust van Colombia is gelegen. De busrit bestaat kort samengevat uit 16 uur stuiteren over de Colombiaanse wegen, met twee buschauffeurs die vrolijk meezingen met de muziek die de hele nacht door aan staat. Desalniettemin slaap ik altijd bijzonder goed in bussen. Het is alsof moeders de wieg weer heen en weer schudt; de bus begint te rijden en ik gelijk te pitten. Er zijn trouwens geen gordels in de bus, maar daar hebben ze hier iets op gevonden. Ze plaatsen gewoon een jesusbeeldje en een kruis voorin de bus voor de veiligheid. Stukken goedkoper, en heel effectief. Misschien moeten we hier als Nederlanders maar een voorbeeld aan nemen, ahum. Aangekomen in Riohache valt het me gelijk al op dat het eigenlijk nog een typisch Colombiaans stadje is waar de toeristische invloed minimaal is. Het heeft een strand waar maar een paar strandtenten staan, waar we een buitengewoon goede pina colado hebben gedronken, met mijn eerste uitzicht over de Caribische zee. Ze verkopen hier tassen die compleet met de hand gebreid zijn waarmee ik veel mensen van de lokale bevolking mee heb zien lopen. Zoals ik deze dames zie breien zit er echt een belachelijke hoeveel werk in, dus vraag ik hoe lang het duurt voordat ze een tas af hebben. Ze antwoordt 20 dagen, 5 uur per dag. Ik heb het later nog aan wat andere dames gevraagd omdat ik het maar moeilijk kon geloven. Zij antwoordden ongeveer hetzelfde. De volgende dag begint er echt weer een nieuw avontuur waar ik heel erg enthousiast over ben. We gaan namelijk naar het aller noordelijkste puntje van zuid Amerika, Punta Gallinas, de plek die heel erg afgelegen is en waar je alleen met jeep kunt komen. Best grappig, want twee maanden geleden was ik nog in het een na zuidelijkste puntje van zuid Amerika, Punta Arenas.
Ik heb gehoord dat er veel armoede heerst in dit gedeelte en dat kinderen de weg blokkeren en je alleen laten doorrijden als je ze wat snoep geeft. We hebben dus van tevoren wat snoep ingekocht. Vanaf Riohache pakken we een taxi naar Uribia waar we overstappen op een landrover. We moeten echter een uur wachten op andere mensen totdat de auto vol is, dus kunnen we een beetje rondlopen in dit dorpje. Er is hier zoveel levendigheid en drukte op straat, echt bizar. Het doet me denken aan Bolivia. De straat is gevuld met fiets tuc-tucs, auto's en marktkraampjes waar ze groenten en kleren verkopen. We zijn echt de enige toeristen in het hele dorp en worden door iedereen aangekeken. Ik maak hier en daar wat foto's omdat ik het echt fantastisch vind om die doorgeleefde en karakeristieke gezichten in actie te zien, maar onopgemerkt gaat dat natuurlijk niet. De kijken allemaal recht in de lens alsof ze water zien branden. Helaas zie ik ook een hoop honden die van de honger op sterven na dood zijn. De broodmagere beesten waggelen stijf met hun laatste krachten zo kijkt het. De armoede is hier zo aanwezig dat ik me camera na een tijdje maar wegstop. Ik wil niet te veel te koop lopen met mijn rijkdom, die trouwens op het moment bijna alleen nog maar aanwezig is in spullen en ervaringen en steeds minder te zien is op mijn rekening. Hoe dan ook, na een uurtje stappen we in de landrover met vier locals en vier andere backpackers. We zitten achterin in de buitenlucht op een houten bankje en rijden in twee uur over de zandwegen naar Cabo Vera, een 'dorp' dat bestaat uit een paar huisjes en hostels langs de kust. De locals stappen verspreid uit op plekken waar werkelijk niets te vinden is, en waarvan je denkt: wat ben je in hemelwaarts van plan om hier te gaan doen? Als we meer naar de afgelegen plekken rijden stoppen we bij hutjes waar gezinnen wonen om wat water of eten af te geven. Eenmaal aangekomen in Cabo Vera moet ik zeggen dat dit zonder twijfel de meest epische plek is die ik ooit bezocht heb. Een perfect strand, met een afgelegen dorpje dat alleen nog door locals gebruikt wordt. En op het moment dat ik dit verhaal typ, lig ik in mijn hangmat die tevens ook mijn slaapplek was afgelopen nacht, met een fantastisch uitzicht over de Caribische zee na te genieten van wat er gisteren gebeurd is. Want laat me even uitleggen wat er gisteren gebeurd is.
We arriveerden dus bij een strandtentje dat ook een kitesurfschool en de slaapplek is. Mensen zijn hier recht voor me aan het kitesurfen en ik zie het gelijk al: dit zijn de beste kitesurfomstamdigheden die je maar kunt bedenken. Een constante goede wind die precies loodrecht op het strand staat, totaal geen golven en ondiep, warm water tot wel honderd meter in de zee. Als ik hier weg ga zonder kitesurflessen gedaan te hebben, ga ik mezelf dit levenslang niet vergeven. In Nederland zijn lessen altijd zo duur en zelf je spullen kopen is al helemaal niet betaalbaar, maar dit is stiekem toch wel altijd een droom van mij geweest. Denk je is in: je krijgt de ultieme kick als je met de krachten van de natuur kan spelen. En dus krijg ik uur na aankomst al mijn eerste korte theorie in het Spaans, waarna ik de Kite (vlieger) leer te besturen. Nadat ik, zittend op het strand, alle posities van de Kite onder controle heb, mag ik in het water dat kniehoogte diep is. Ik begin zittend op me knieën en breng de Kite snel naar beneden waardoor er ineens kracht op de lijn komt staan. De Kite trekt mij voort en ik maak keer op keer een enorme buikschuiver door het water. Het is de manier om de Kite te leren controleren voordat je op het bord kan staan. Dat was dus mijn eerste les, nu terug naar de hangmat waar ik nog steeds in lig. Als ik alleen zeg dat ik hier de droom leef, doe ik nog tekort aan de ervaring. Het buitenproportioneel genieten gaat zelfs zover dat ik gerust de woorden 'belachelijk en schandalig genieten kan gebruiken'. Na een aantal caiparihnas gedronken te hebben tijdens een kaartspel, gaat de zon onder en komt er een bord tevoorschijn met drie halve kreeften erop met wat gefrituurde bananen en een salade. De kreeft is zo onwaarschijnlijk goed, dat ik elk stukje eruit weet te pikken en het enige dat nog rest voor de hond, de harde schild en de poten zijn. Hij kauwt echt zonder probleem zo alles weg en lijkt daarmee content te zijn. Al met al een goede dag dus.
Bij de tweede les de volgende dag beginnen we met de het oefenen van het opstaan vanuit het water op het board. Natuurljk begint het oefenen met te weinig, of veel te veel kracht in de Kite. Een paar keer vlieg een paar meter vooruit en land ik vol met mijn gezicht in het water. Het is vrij lastig om de Kite met een hand te besturen en ondertussen het bord aan te doen, maar na een half uur gebeurt er iets magisch: ik krijg het voor elkaar om op te staan en vaar weg. Op dit moment is het praktisch onmogelijk om beide handen aan de Kite te houden en om er niet een te gebruiken om te juichen. De gozer die het mij leert wordt helemaal gek en schreeuwt whoehoeee!! Ik me niet indenken dat er iemand is die op dit moment gelukkiger is dan ik. Goed, zo geschiede, ik kreeg het voor elkaar om te kiten en kon een half uurtje met horten en stoten heen en weer varen totdat ik doodop was. Als ik bij zonsondergang even een wandeling maak zie ik hoe de kinderen in de zee gewassen worden terwijl de dieprode zon in de zee verdwijnt. Het lijkt voor de kinderen de normaalste zaak van de wereld om in de zee te douchen.
We vertrekken de volgende morgen al om vijf uur naar Punta Gallinas, het verste en meest afgelegen punt. Wachtend met een zaklampje onder de hemel van duizenden sterren zie ik vanuit de verte twee koplampen aankomen. Wanneer de landrover voor mij stopt vraagt de chauffeur: A Punta Gallinas? Si, stap maar in. Er zijn hier een hoop slechte auto's die soms midden in de woestijn kapot gaan en ik heb ook veel gehoord over dronken chauffeurs, maar deze chauffeur schijnt wel in orde te zijn, zo heeft de eigenaar van de kitesurfschool gezegd. Later halen we nog een andere gozer op, die zeer toevallig ook Nederlands blijkt te zijn, en daarna vertrekken we. We rijden met een noodgang over wegen die ik eigenlijk helemaal geen wegen mag noemen. Feitelijk gaat de ervaring van de rit meer richting een achtbaan, als je het daarmee vergelijkt is het dus eigenlijk helemaal niet zo duur. Om kwart over zes, als we middenin deze droge woestijn zijn en de zon net is opgekomen, staat er een klein kind te wachten langs de kant van de weg. Hij heeft een touw gespannen tussen twee takken die hij in de grond heeft gestoken. De chauffeur geeft hem een snoepje waarna het kind het touw losmaakt en we door kunnen rijden. Echt bizar, er komen misschien op een goede dag tien auto's langs hier en dit kind staat maar te wachten. Waarschijnlijk is er ergens verder een afgelegen huis waarna hij woont. En zo gaat het eigenlijk de hele tijd, overval staan kinderen met zelfgemaakte slagbomen de weg te blokkeren. Als we onze snoepjes geven zijn ze zielsgelukkig. Het terrein verandert continu; het gaat van hobbelig gesteente tot een soort geel zand waar we moeten overschakelen op de vier wiel aandrijving en we maar ternauwernood niet vast komen te zitten. Na 2,5 uur komen we bij een punt dat we niet verder kunnen en stappen we over op een boot die ons naar een van de meest afgelegen plek van zuid Amerika brengt. Door de mangroven en langs een prachtige klif die begroeid is met cactussen komen we vrij snel al aan bij deze plek. Er zijn hier maar twee plekken waar je kan slapen en de enige mogelijkheid is wederom een hangmat, maar dat past wel bij deze plek en het ligt eigenlijk helemaal niet zo verkeerd. Na een basaal ontbijtje met een alles behalve basaal uitzicht stappen we in een van de oudste landrovers die ik ooit gezien heb die ons brengt naar het wat prachtige uitkijkpunten en naar het aller, aller noordelijkste puntje van het continent. Achter het stuur zit een oude man die kan rijden als de beste. En dat is nodig ook, als je geen lekke band wilt krijgen of vast wilt komen te zitten in het zand. Ik vind het zo fantastisch dat deze plek hier nog zo puur en onaangeraakt is. Alleen deze oude man rijdt dagelijks een keer dit rondje met zijn auto, en daar zitten we nu met z'n vijven in, that's it. Hij stopt af en toe bij een afgelegen huisje om wat water of voedsel af te geven, hij rijdt immers toch het rondje. Waarom leven sommige mensen hier? Waarom trekken ze niet gewoon naar het dichtstbijzijnde dorp? Misschien zijn ze gehecht aan de plek en redden ze zich prima. Het enige probleem is eigenlijk dat de kinderen niet de kans krijgen om naar school te gaan. Ze hebben dus eigenlijk helemaal niets hier, behalve tijd. En dat is dan ook gelijk de reden dat die kleine koters het geen probleem vinden om heel de dag langs de weg te zitten wachten. Op gegeven moment komen we aan bij een strand waar de steile zandduinen recht in de zee eindigen. Samen met het helder blauwe water en wat rotsformaties is dit echt een van de meest indrukwekkende plekken die ik heb gezien. Ik kan er maar niet over uit dat er nog zulke plekken bestaan op aarde. Na anderhalf uur aan dit privé strand gelegen te hebben gaan we terug en een uurtje later komen we weer aan bij ons hostel. Natuurlijk bestaat het hostel uit slechts twee open houten hutjes waarvan er een voor het slapen is en de andere voor het eten.
Net voordat de zon onder gaat die avond, lopen Yael en ik een beetje de woestijn in om de zonsondergang te bekijken vanaf een mooie plek. Zittend met een coronaatje in de hand, zie ik drie verlegen kinderen zeer langzaam naar ons toe komen lopen. Ze gaan een beetje naast ons staan en weten zichzelf eigenlijk niet zo goed een houding te geven. Hun kleren zijn vies en versleten maar ze zijn zo schattig, daar kan je niet omheen. Na een klein gesprek over hoe ze heten en hoe oud ze zijn, komen we er natuurlijk achter dat ze eigenlijk gewoon een snoepje willen maar dat niet durven te vragen. Verderop staat een hutje waar ik moeders een vuur zie maken voor het eten vanavond. Even later komen er nog vier kinderen, ik denk dat ze allemaal zo tussen de 4 en 9 jaar zijn. Yael gaat snoepjes halen en ondertussen zien ze mijn camera en willen ze graag op de foto. Nadat ik de foto heb geschoten en ik het scherm van een afstandje laat zien, vind ik mezelf omringd door de overenthousiaste kinderen die allemaal met hun vingertjes op het scherm tikken waar zij hun eigen hoofd zien. Ze weten werkelijk waar niet wat ze zien, ze hebben volgens mij nog nooit een camera van dichtbij gezien. Nadat ze zien hoe gaaf de foto is geworden, willen ze er nog meer en zo gaat het even door. We geven ze een snoepje en natuurlijk zijn ze zo blij als een kind. Het is alsof je ze een kerstcadeau geeft, echt mooi om te zien hoe blij ze kunnen zijn met zo iets kleins. Echt geweldig om deze kinderen van een totaal andere wereld te mogen verblijden met mijn bezoek. Respect voor in wat voor armoede deze kinderen leven hier en hoe ze daar mee om gaan. Ze hebben waarschijnlijk een arme toekomst voor zich en weinig kansen om naar een andere plek te gaan, maar gelukkig hebben ze zelfs hier de kans om nog even kind te zijn. Dit soort kleine momentjes zijn echt onbetaalbaar, het doet je realiseren hoe makkelijk leventje wij eigenlijk allemaal hebben thuis. Nog maar niet te spreken over onze generatie kinderen in Nederland die iPads nodig hebben om zich te vermaken.
Zoals geen enkele rit hier, was ook de terugreis naar de iets meer bewoonde wereld er een om niet te vergeten. Met het bootje steken we de volgende dag de uitmonding van de zee weer over om zo aan te komen bij de plek waar de auto op ons wacht. Onder de auto ligt echter de chauffeur om de bodem te inspecteren. Twee Colombiaanse toeristen die in de auto zaten vertellen me dat de laatste vijf minuten de bodemplaat los kwam en er een enorm geratel te horen was. De jongen op de boot gaat na overleg met de chauffeur terug om een touw te halen. We wachten een half uur terwijl de chauffeur de auto repareert met een touwtje. Alle vertrouwen dat we na deze professionele reparatie veilig gaan arriveren natuurlijk. Als we wegrijden is er om de tien seconden een waarschuwing signaal te horen in de auto. De chauffeur lijkt zich er totaal niet aan de storen en zet de typisch Colombiaanse muziek nog wat harder. Hij zingt elke zin uit volle borst mee, twee uur lang. Om zijn temperament nog wat sterker te uiten gebruikt hij zelfs soms een handgebaar tijdens het zingen en slaat hij zo af en toe op het stuur op een manier die precies overeenkomt met het nummer. Na een tijdje beginnen we een sterke benzinelucht te ruiken en het waarschuwing signaal klinkt uiteraard nog steeds. Nog harder klinkt de overtuigende zang deze man en misschien had hij ook wel de juiste houding, want we zijn inderdaad veilig aangekomen in Uribia, het eerste groepje huizen dat we een dorpje mogen noemen. Vanaf hier pakken we de taxi terug naar Riohache. De taxi-chauffeur stopt onderweg bij een man die langs de weg benzine verkoopt. Er staan coca cola flessen vol met benzine die hij vervolgens in een trechter gooit met een filter eronder, waarna via een soort tuinslang de auto bijgetankt wordt. Dezelfde dag gaan we al met de bus naar Santa Marta. Maar eerst nog even nagenieten hoor, wat was dit toch weer een hoogtepunt van reis. Oja, gisteren had Yael trouwens een douche genomen, die je vanuit het perspectief van een vrouw gerust een horror douche mag noemen. Nadat ze de emmer water over haar hoofd had gegooid, kwamen er tientallen kakkerlakken uit het doucheputje en liepen zo via haar benen omhoog. Ik moest stiekem wel een beetje lachen toen ze het vertelde, maar heb met een poker-face toch nog wat medeleven kunnen tonen. Na dit verhaal wist ik het zeker, ik douche wel weer als ik terug ben in de stad. Het is altijd leuk om slechts met een klein rugzakje naar een afgelegen plek te gaan, maar ik kan er toch ook wel van genieten om terug te gaan en na vier dagen weer de mogelijkheid te hebben om een douche te nemen.
Die avond komen we aan bij een fantastisch hostel in Santa Marta. Het heeft een gezellige bar, een klein zwembad onder de palmbomen in een soort patio en niet geheel onbelangrijk: top bedden. Eindelijk weer in een bed slapen, heerlijk. Ik plof mijn tas neer, ga op bed zitten en zie gelijk al een paar rode insecten van een halve centimeter groot ofzo. Ik stoor me er niet aan want ik zie regelmatig allerlei beesten, en dus heb ik een super nacht gehad. Wanneer ik echter wakker word zit ik onder de bultjes overal op mijn lichaam. Het lijken muggenbulten en ze jeuken ongeveer net zo veel, maar ze zijn vaak dicht naast elkaar te vinden in soort lijnen. Zo zijn er wel twintig op mijn schouder te vinden en totaal heb ik er wel minstens honderd, zo gok ik. Wat blijkt, het is een nachtmerrie, want het zijn bedwantsen (bedbugs). Dit is niet zomaar een simpel insectje, nee dit is echt een heel serieus probleem. Ze zoeken namelijk de warme plekjes op in je kleren en leggen daarin eitjes die na een paar weken uitkomen. Het kan echt overal in zitten, van je backpack tot je onderbroek en van je armbandjes tot je cameratas. We hebben alles, maar dan ook echt alles, moeten wassen. We hebben dus eerst nieuwe kleren moeten kopen aangezien ik niet een hele dag naakt wil rondlopen. Om het probleem nog wat erger te maken is er in heel de stad door de intense droogte een groot gebrek aan water. Ons hostel heeft geen water dus we kunnen niet douchen of onze handen wassen. Nadat de eigenaar van het hostel drie wasserettes heeft gebeld, heeft hij er een gevonden die water heeft. De kamer werd trouwens gelijk gesloten en na een half uur kwam er al iemand die boel doodspuiten. Hij ziet eruit of hij asbest gaat bestrijden met zijn gasmasker en speciale pak aan. We slapen die avond in een hotel dat wel water heeft en in een bed dat schoon is. Als we de volgende dag wakker worden ontdekken we echter weer wat extra bultjes en zie ik zo een kleine rakker op het bed lopen. Ja, het is echt moeilijk om hier vanaf te komen. Waarschijnlijk droegen we ergens nog wat bij ons en hebben we deze kamer nu ook besmet. Op het moment dat we de onze schone was weer in onze backpacks doen in de gang van het hotel, komt er ook hier een man met bestrijdingsuitrusting de boel reinigen. Wat blijkt, het is dezelfde man als gisteren in het hostel. Ook in dit hotel hebben ze er dus problemen mee. De beesten komen uit het nationale park hier vlakbij en worden door de backpackers die hier van terug komen verspreid in de hostels. Na deze informatie hebben we maar besloten om deze stad gelijk te verlaten en door te reizen naar Cartagena. Wegwezen hierrr! Hier boekten we een hotel en gingen zeer zeker een schone kamer in, maar net voordat ik wil gaan slapen, zie ik bovenop mijn tas een bedwants zitten. En ik had mijn tas nog niet eens opengemaakt. Ja, het is echt onmogelijk om van deze beesten af te komen. Drie dagen later ben ik nog steeds bezig met spullen wassen en ik leg elke dag mijn lege backpack open in de zon. Het is best vermoeiend om bij elke handeling na te denken of je niks besmet. Je kan er echt helemaal gek van worden, want ondanks alle moeite heb ik zelfs vandaag heb ik weer een bedwants op mijn bed gezien.
Groetjes uit het voor de rest toch wel zeer mooie en pittoreske Colombia
Marcos
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley