De stad die je blijft verbazen
Door: marco
Blijf op de hoogte en volg Marco
14 Februari 2016 | Brazilië, Rio de Janeiro
Inmiddels ben ik nog steeds bezig met het ontbrakken van carnaval in Rio de Janeiro, maar twee weken geleden was ik nog in Bonito, 1800 km ten westen gelegen.
Ze hebben dat dorpje niet voor niks Bontio ('mooi' in het Spaans en Portugees) genoemd, de natuur hier is namelijk zo bizar mooi. Wat je misschien niet realiseert, is dat wij zulke benamingen in het Westland ook hebben, maar dan op de tegenovergestelde manier. Zoals bij het dorpje Monster bijvoorbeeld, maar goed, das een ander verhaal. Aangekomen in Bonito heb ik me wat beter voorbereid om het hostel te vinden, namelijk een plattegrond met daarop het hostel aangegeven. Het probleem nu is dat er serieus nergens een straatbordje te vinden is. Op geen enkele kruising, nergens. Het zou dus zomaar kunnen dat Bono van U2 hier ook gelopen heeft en daarom dat nummer geschreven heeft. Ik loop bij een restaurant naar binnen om het te vragen, waar slechts een van de personeelsleden Spaans spreekt en mij kan helpen. Nadat hij heeft uitgelegd waar het hostel zich bevindt loop ik de straat op, waar even later een motorrijder naar me toe komt rijden die roept: Amigo! Amigo! Hij stopt en doet zijn helm af, het blijkt dezelfde man te zijn. Hij was er toch niet helemaal van overtuigd dat hij het juist had en was ondertussen even gaan kijken of het klopte. Hij legt nog even haarfijn uit waar het is, wat zijn er toch een hoop aardige mensen hier.
Bij het hostel boek ik een tour waarbij we gaan snorkelen in een rivier en een soort papagaaiengrot zien. Het maakt hier trouwens niet uit waar je een tour boekt, want alle prijzen zijn gereguleerd door de gemeente en zijn dus overal hetzelfde. Na een uur rijden lopen we richting deze soort grot waar een hoop verschillende papagaaien zitten. Het is een heel interessant natuurverschijnsel, want het is eigenlijk geen grot maar een ronde kuil van 100 meter diep en 160 meter breed, waar de wanden perfect verticaal zijn. Er omheen ligt een normaal vlak landschap, dus je vraagt jezelf af hoe zoiets kan ontstaan. Een spoedcursus aardrijkskunde is hiervoor vereist. De bovenste laag grond bestaat uit zandsteen, een soort harde grond. Daaronder bevindt zich kalksteen, wat een stuk zachter is. Hierin stroomt een ondergrondse rivier en door de tijd heen heeft dit een hoop van de kalksteen weggespoeld waardoor er een ondergronds meer is ontstaan. Op een dag is de grond boven dit meer ingestort, en viola, hier was de grot waar de papagaaien zich nu hebben gehuisvest. Het is echt bizar hoeveel kabaal die beesten kunnen maken en hoe groot ze af en toe zijn. Er zijn trouwens ook een hoop soorten toekans te zien die constant heen en weer vliegen. Soms vallen er wel is dieren in de kuil en door de bomen die op de bodem van de kuil groeien, overleven ze de val wel is. Hierdoor is er een compleet nieuw en afgesloten ecosysteem ontstaan op de bodem van de kuil.
Hierna vertrekken we naar Rio del Prata, de rivier waar we gaan snorkelen. In de groep zitten natuurlijk weer veel Brazilianen, omdat die altijd te schijterig zijn om in een ander land te reizen, maar er zit ook een vrouw van 77 jaar uit Oostenrijk. Die reist ook gewoon lekker alleen rond zolang haar gezondheid goed is. Ja, waarom niet? Honderd meter onder de grond ligt een meer ter grootte van Europa, zo legt de gids uit. Op sommige plekken komt dat water naar boven waardoor een rivier zoals deze ontstaat. We trekken onze snorkeluitrustig aan en lopen 40 minuten door de jungle, naar de plek waar het water uit de grond komt en de rivier dus begint. Het is verboden om zonnebrand of muggen repelent te gebruiken, omdat dit de rivier vervuilt. Je begrijpt dat ik vele muggen de dag van hun leven heb kunnen bezorgen tijdens deze wandeling. Met de hoeveelheid bloed die ze afgetapt hebben had ik misschien wel een leven kunnen redden, zo te voelen aan de jeuk. Ah, zolang ze maar geen Zika virus hebben vind ik het best. Bij aankomst kan ik echt niet geloven hoe helder deze rivier is. Als je snel kijkt valt het niet eens op dat er water in de rivier ligt, omdat je zo recht de bodem kan zien zonder verstoringen in het water. De rivier stroomt een halve meter per seconde en het wateroppervlak is perfect vlak. We trekken onze drijfvesten aan en gaan te water. Het is echt de ultieme manier om deze rivier te bekijken, want de stroming brengt je vooruit en je blijft lekker drijven, dus je hebt alle tijd om rond te kijken. Bizar om te zien dat de rivier hier zomaar vanuit de grond ineens begint. Je ziet het zand van de bodem een beetje in het rond vliegen onder water en je voelt een klein verschil in temperatuur van het water. Gelijk zien we al zoveel vissen om ons heen. Ze lijken nieuwsgierig en blijven zo af en toe recht voor me of naast me zwemmen in hetzelfde tempo. Het gaat van kleine visjes tot aan vissen van 60 centimer, van kleurige vissen tot aan donker zwarte. Het voelt als zo een unieke ervaring om dit te mogen doen. Zwemmend in de rivier realiseer ik me ineens dat ik een week geleden in noord Argentinië was en nog totaal geen idee had waar ik heen zou gaan. Toen ik me er een beetje in verdiepte en er achter kwam dat dit bestond, besloot ik om hierheen te gaan. Ik zag de foto's die ik niet kon geloven, en nu zwem ik hier zelf rond en blijkt het nog mooier te zijn dan de foto's. Zo gaat dat met reizen, je besluit gewoon op het laatst wat je gaat doen, en gaat van de ene verassing zo de andere in. Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat het überhaupt bestond, zulke heldere rivieren in jungle. Onder water kan ik makkelijk wel 50 meter ver kijken, en als ik af toe boven water kom, zie ik bomen die schuin boven de rivier groeien, een soort waterlelies en af en toe drijven er stukken hout in de rivier. Af en toe boven water komen heb je echt nodig om te realiseren dat je in de jungle bent, want alles onder water lijkt perfect op een Caribische zee. Zo nu en dan zwemmen er zelfs scholen vissen langs. Totaal hebben we anderhalf uur gezwommen en moesten we twee keer een stukje lopen tussendoor omdat er een stroomversnelling was. De rivier mondde uit in een andere bruine, snelstromende rivier die afkomstig is van de regen. Al dat schone heldere water gaat hier verloren in de vieze rivier. Best wel raar om te zien dat zulke verschillende rivieren zich mengen.
De volgende dag ben ik naar Gruta do lago azul (de grot met het blauwe meer) geweest. Dit is wel weer ff iets totaal unieks hoor, nog nooit zoiets gezien. Typisch weer zo een plek waarvan je de foto's van tevoren niet gelooft en denkt dat ze gephotoshopt zijn. Maar als je het dan met je eigen ogen ziet, en zelf die foto schiet, dan neig je het te geloven. We lopen eerst een eindje de grot in, waar allemaal stalagtieten (mooi woord) boven ons hoofd hangen. Er kan er wel is eentje naar beneden vallen dus dragen we niet geheel voor niks een helm. Ik heb het vaak over blauw water gehad, maar dit is opzekers het toppunt van blauw water. Het lijkt bijna wel nep zo blauw. Misschien dat iemand er wel gewoon een kleurstofje heeft ingegooid om de toeristen te trekken. Nee, het komt doordat het ondergrondse water langzaam door de grot heen sijpelt en daarmee verzadigd wordt met de mineralen afkomstig van de gesteenten. Het blauwe licht heeft de korste golflengte waardoor het als enige verstrooit en ons oog kan bereiken, in tegenstelling tot de andere kleuren. Het meer is wel 60 meter diep en gaat wel 120 ver de grot in. Uiteraard zien wij alleen maar het kleine stukje aan de oppervlakte, maar wat een schitterend plaatje weer.
Na deze mooie ervaringen was het tijd om naar Rio de Jenairo af te reizen, om daar het carnaval feest mee te maken. De eerste bus is vanaf Bonito naar Campo Grande, waar ik een tussenstop van een paar uur heb, en daarna de volgende bus naar Rio pak. Deze eerste bus staat bekend om de slechte kwaliteit, en dat komt omdat er maar een vervoersbedrijf is in dit afgelegen gebied, volgens de bewoners. En inderdaad, onderweg begint het te regenen en het water komt via de noodluiken in het dak en via de ramen naar binnen zetten. Na een tijdje staat een groot deel van de vloer onder water, dus tassen op moeten schoot worden gehouden. Campo Grande is een stad waar bijna geen toeristen komen omdat het een vrij lelijke stad is en weinig te doen valt. Tijdens mijn tussenstop liep ik even een rondje in de omgeving. Op straat spreekt iemand mij ineens aan en vraagt in het Portugees waar ik vandaan kom. Er loopt een vreemdeling op straat, wat doet ie hier? Als ik even later met me backpack in de supermarkt loop heb ik helemaal het gevoel of ik door iedereen word aangestaard. Weer spreekt een jongen mij aan en vraagt waar ik vandaan kom, hoe mijn reis gaat en of hij me ergens mee kan helpen. Grappig om mee te maken dat ik gewoon echt een totale buitenstaander ben hier. Totaal zit ik tijdens deze reis 32 uur in de bus en overbrug ik een kleine 1800 km. Tijdens mijn langste reis tot nu toe gebruik ik de honderden kilometers asfalt om me reisverslag te typen. We volgende bus is trouwens prima, alleen worden er vier lokale films gedraaid waarvan de ene nog fouter is dan de andere.
Mijn aankomst in Rio verliep niet helemaal ideaal, om het maar is genuanceerd te zeggen. Oké, het verliep totaal niet goed, uiteindelijk strandde ik savonds laat in een achterstandswijk, was ik een goede prooi om beroofd te worden en kon ik de weg naar het hostel niet vinden. Hoe krijg ik dat voor elkaar dan? Nou, het busstation waar ik afgezet werd ligt buiten het centrum en er was geen metro station. Mijn hostel lag vlakbij een metrostation, dus ik hoefde eigenlijk alleen maar een metro te vinden, en dan zou ik er wel komen. Na wat rondgevraagd te hebben, zit ik in een bus die naar een metrostation gaat. Na een kwartier zie ik de grote blauw M van een metrostation en dus stap ik uit. Het is inmiddels 10 uur savonds, en als ik in de metro stap met me backpack en alles bij me, sta ik middenin een bomvolle menigte van halfnaakte en dronken carnavallers. Iedereen kijkt me raar aan natuurlijk, nee, dit is niet mijn costuum, ik ben gewoon opweg naar mijn hostel. Ik was er niet helemaal van overtuigd dat ik de metro de goede richting op heb gepakt, maar zo niet, dan stap ik gewoon uit en pak ik de metro de andere kant weer op. Ik snap het nog steeds niet, want ik zie een plattegrond van het metronetwerk met zes verschillende metrolijnen, maar mijn station staat er niet tussen. Na vier stations ben ik er van overtuigd dat ik inderdaad de verkeerde kant ben op gegaan en dus stap ik uit. Het is trouwens een metro die bovengronds rijdt, maar dat komt omdat ik nog steeds ver buiten het centrum ben. Eenmaal uitgestapt, vertelt iemand me dat er geen enkele metro meer rijdt, het was de allerlaatste. Ik kan het niet geloven, want het is tien uur savonds, Rio de Jenairo! Daar sta je dan, in een of andere gare achterstandswijk in Rio de Janeiro. Naast het station is er een bushalte maar die alleen maar bestaat uit een bord zonder bustijden of iets, dus het is niet eens zeker of er nog wel een bus komt. Ik heb een half uur staan wachten en het enige dat er is langs gekomen zijn wat auto's, een aantal volle taxi's en wat starende mensen. Ik heb aan een aantal mensen gevraagd of de bus nog rijdt, maar het enige wat ik terug kreeg was een verontwaardigde blik. Een jongen liep zelfs weg van me, of als ik een of andere gek was. Het doet me realiseren dat dit echt een gevaarlijke buurt is, als mensen niet met je willen praten. Dit was niet helemaal de aankomst in Rio waarop ik gehoopt had na een 32 uur durende busreis. Ik ben nu natuurlijk de ideale prooi voor iedereen die me zou willen beroven. Ze zien dat ik al me spullen bij me heb, het is donker en slechts af en toe zie ik iemand op straat. Na 40 minuten, toen ik de hoop al een beetje begon op te geven, komt er eindelijk een taxi langs die stopt door mijn handgebaar, pff wat een opluchting. Ik stap in, en het eerste wat hij doet als ik zit, is alle deuren vergrendelen. Aangekomen in het centrum staat alles vast en zijn wat wegen afgesloten door de carnaval, maar eindelijk kom ik dan om half twaalf aan. Nooit zo blij geweest om bij me hostel aan te komen. Het is trouwens de eerste keer dat ik me echt onveilig heb gevoeld, en ook de eerste keer dat ik gestrand ben volgens mij. Hoe zit het nou? Waarom stond mijn station niet op de kaart en rijdt de laatste metro in zo een grote stad om 10 uur savonds? Ze hebben hier twee metronetwerken die maar met een station met elkaar verbonden zijn, een bovengrondse buiten het centrum en een ondergrondse in het centrum. Ze noemen het allebei een metro, ze staan hetzelfde aangegeven op de stadskaart en de metrostations zijn ook beide voorzien van de bekende blauwe M. De bovengrondse rijdt maar tot 10 uur en de andere is 24 uur per dag geopend. Eindelijk ben ik in een drukke buurt waar het wat veilig voelt. Als ik aan de receptioniste vraag waar ik geld kan pinnen vertelt ze dat er hier om te hoek een pinautomaat is, maar dat het gevaarlijk is om nu snachts te gaan pinnen. Wacht is even...als het hier al gevaarlijk is... Oké, ik heb geluk gehad.
Mijn aankomst was dus niet echt perfect, maar Rio de Janeiro is echt een stad waar je niet anders kan dan verliefd op worden. Het heeft alles: de uitbundige cultuur, een perfect strand, aardige mensen, genoeg uitgaansgelegenheden en zeer unieke bergen aan de rand van de stad. Na vijf dagen onafgebroken gecarnavald te hebben, kan ik terug kijken op de tijd van mijn leven en is het tijd om dat deel op papier te zetten. Een uur later na aankomst stond ik al carnaval te vieren in de meeste drukke straten van Rio en is het moeilijk te realiseren dat ik net nog in een achterstandswijk stond. Ik heb gelijk wat vrienden ontmoet die ik ken uit bolivia. Overal is er feest, live samba muziek met percussie en de meest gek geklede mensen spreken je aan. De beveiligers gaan op de foto met knappe dames en iemand die de straten schoonhoudt met een bladblazer gebruikt deze alleen maar om naar de mensen te richten zodat ze een beetje af te koelen in de hitte. Iedereen is simpelweg in de carnavalsstemming, Brabant is er niks bij. In sommige straten zijn er Blocos. Dit bestaat uit een carnavalswagen die met een slakkengangetje rijdt met sambamuziek erop, en hier omheen dansen en feesten honderden of wel duizenden mensen. Wanneer de bloco langskomt en de straat blokkeert, zijn wat auto's genoodzaakt te wachten. Een taxichauffeur stapt uit, gaat op het dak van zijn auto staan, trekt zijn shirt uit en gaat volgas staan dansen. De hele menigte er omheen wordt gek en doet mee. Het is typisch weer zoiets dat alleen mogelijk is in Rio de Janeiro. Ik wou dat we in europa zulk leven op straat hadden.
In de menigte zijn er talloze mensen die uit coolboxen blikjes bier verkopen voor een symbolisch bedrag. Ideaal, je hoeft dus nooit naar de bar te lopen, te wachten en weer terug te lopen. Nee, er staat altijd wel een verkoper in de buurt. Wayne, de gozer die ik ken van Sucre in Bolivia, heeft een brazilaanse vriend (Fernando) die ons naar de beste blocos leidt. Met hun ben ik vier dagen opgetrokken. Het is soms vrij lastig om de blocos te vinden, zelfs voor locals, omdat het nooit echt duidelijk is waar de wagen op dat moment rijdt. Sommige blocos zijn naast het Copacabana strand. Hier is het echt een paradijs. We bestellen zo af en toe een Caiparihna (typisch Braziliaans drankje), chillen wat op het strand en wanneer we een beetje oververhit zijn, nemen we een duik in de zee en gaan we weer verder met feesten. De temperatuur van de zee is echt perfect, lekker een beetje verkoelend maar totaal niet koud. Op het strand feest iedereen hier met iedereen, het maakt niet uit waar je vandaan komt, hoe je eruit ziet of dat je homo of bent of vrouwenhormonen slikt, we zijn allemaal dezelfde zielen die maar om een ding geven, en dat is zo uitbundig mogelijk carnavallen. Op het strand kan je uiteraard vanalles kopen. Verkopers die bier of water aanbieden, vragen vaak ook of je marihuana of cocaïne wilt. Ik heb zelfs verhalen gehoord dat wanneer je geen contant geld bij je hebt, ze een mobiel pinautomaat uit hun zak toveren en je met je creditcard kan betalen. Benieuwd wat er dan op je rekening als omschrijving bij komt te staan.
Rio is een tegenstrijdige stad. Op de ene plek staan mensen te feesten en te drinken ze totdat ze erbij neervallen. Tien meter verder liggen er een paar broodmagere zwervers te slapen. En zo lagen er ook altijd wat zwervers te slapen op de weg naar mijn hostel. Op een dag voelde ik me een beetje schuldig en heb ik voor alle zwervers daar in de straat croissants gekocht om ze een klein goed momentje te geven. Ze waren er allemaal zielsgelukkig mee. Fijn om ook is een keer wat goeds te doen, ook al verander je er eigenlijk niks mee. Ik heb ook een dag gefeest met Yael en twee van haar Franse vriendinnen. We hadden geen idee waar de bloco zich bevond, en dus vroegen we het aan twee foutgeklede Brazilianen. Zij gaan uiteraard ook naar het feest en dus vragen ze of we met hun meegaan. Voor we het weten staan we met een grote groep Brazilianen midden in een bloco los te gaan op de ritmische muziek. Het is typisch Braziliaans dat je met zijn allen uit gaat en met zijn allen thuis komt, en dus wachten ze als het moet en wanneer we ons verplaatsen in de menigte, kijkt iedereen of we nog compleet zijn. Grappig, want we hebben deze mensen pas net ontmoet en we worden nu al behandelt als vrienden voor het leven.
Die avond zijn we naar het Sambadrome stadion gegaan, het beroemdste carnavalsstadion ter wereld. Het bestaat uit twee tribunes van een kilometer lang waartussen de paradewagens rijden en wel duizenden mensen van carnavalsscholen met fantastische costuums dansen alsof het hun laatste dag is. We liepen het metrostation uit en daar stond slechts een man met een hand vol kaarten ze te verkopen. Op internet hebben veel backpackers de kaarten al van tevoren gekocht voor soms wel 60 euro, maar deze man slijt ze voor maar 10 euro. De kaarten zien er echt uit, maar ja deze mannen worden ook steeds beter in hun vak natuurlijk. Hoe verdacht het ook is, we besluiten de gok te wagen aangezien we geen keus hebben. Wat blijkt, het zijn echte kaarten en we zitten uiteindelijk nog op goede plekken ook. Je weet echt niet wat je ziet, het is een totale gekte. Ik dacht dat ze in Brabant veel aandacht besteedden aan carnavalswagens en costuums, maar dit is echt een totaal ander niveau. Deze mensen leven voor carnaval, het betekent alles voor ze. De meest indrukwekkend gedetailleerde paradewagens die je ooit gaat zien, met sambamuziek en een station dat in volle teugen meezingt en danst. Het gaat tot 5 uur in de nacht door, want deze mensen zijn echt onvermoeibaar. Sommigen brengen het feesten echt naar een hoog niveau, die slapen maar drie uur en dan gaan ze sochtends vroeg alweer van start met drinken. Het is nooit leeg op straat, alleen tussen 6 uur snachts en 8 uur sochtends zijn er wat minder mensen op straat. De langste dag die ik gemaakt heb is van 9 uur sochtends tot 2 uur snachts en dat vond ik persoonlijk ook wel een prestatie. De dag na carnaval zijn we naar het jesusbeeld gegaan waar je echt een fantastisch uitzicht hebt over heel de stad. We wilden eigenlijk al eerder hierheen gaan, maar carnaval is maar een paar dagen in het jaar en die grote man blijft daar echt wel staan wachten met zijn open armen, zo zei Fernando. En inderdaad, hij had gelijk, daar stond ie nog. Echt een onbeschrijflijk uitzicht heb je hier over de hele stad. De vijf dagen erna heb ik eigenlijk niks anders gedaan dan aan het Copacabana strand gelegen en liggen genieten. Heerlijk, dat had ik even nodig.
Marcos
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley